28 maart, 2014

Verhouden tot Verschuiving

Amsterdam stemde voor verandering, en dus zou het onlogisch zijn als PvdA en D66 nu samen zouden gaan, liet de Amsterdamse SP-voorman Laurens Ivens een paar dagen geleden weten. Belangeloos was zijn mededeling niet. Niet alleen D66 won in Amsterdam, ook de SP won fors. Net als D66 verdubbelde de partij zich. Laurens Ivens maakt er geen geheim van ook eens mee te willen regeren in de stad. Zo'n ambitie is mooi, en met de zes nieuw verworven zetels is de SP natuurlijk een serieuze kandidaat om te gaan besturen. Maar logisch is dat niet, net zo min als het logisch is dat PvdA en D66 samen gaan.

Het is niet logisch, omdat verkiezingen niet alleen verschuivingen laten zien, maar ook verhoudingen. De verschuivingen zijn duidelijk in het voordeel van D66 en de SP; samen wonnen ze maar liefst 10 zetels. Net zo duidelijk is dat de vorige coalitie zijn meerderheid heeft verloren, en fors. PvdA, VVD en GroenLinks verloren alle drie. Samen hebben ze nog 22 van de 45 zetels over; een verlies van acht. Dat is een duidelijke verschuiving.

Verschuivingen leiden tot nieuwe verhoudingen. En die nieuwe verhoudingen in de Amsterdamse gemeenteraad zijn een stuk minder duidelijk dan de verschuivingen. Maar liefst vier coalities zijn getalsmatig mogelijk.
D66 en PvdA hebben samen 24 zetels van de 45 zetels in de nieuwe gemeenteraad. Dat is een meerderheid. Geen comfortabele meerderheid, maar wel degelijk een meerderheid. Ook andere coalities hebben een meerderheid; D66 kan met twee middelgrote partijen in de raad ook aan de slag. VVD, SP en GroenLinks hebben ieder zes zetels. Een coalitie zonder de PvdA, met D66 en twee van die drie middelgrote partijen levert een meerderheid van 26 van de 45 zetels in de raad. En let wel, een samengaan van de PvdA met twee van die drie middelgrote partijen levert met 22 zetels geen meerderheid op. Zo'n minderheidscoalitie zou steun kunnen zoeken bij één van de drie partijen in de raad met één zetel, maar dat levert een wel heel wankele meerderheid op. Nog los van de onevenredig grote programmatische prijs die daarvoor ongetwijfeld betaald zou moeten worden.

D66, kortom, is winnaar van de verschuivingen en de verhoudingen. Er is geen coalitie denkbaar zonder D66. Dat is logica. Maar voor de rest is het een kwestie van onderhandelen. En bij onderhandelingen spelen veel meer zaken een rol dan alleen logica.

12 maart, 2014

Van alle tijden

Het Sociaal Cultureel Planbureau bracht gisteren een rapport uit, waarin staat dat de crisis allochtone jongeren veel zwaarder treft dan autochtone jongeren. Volgens de onderzoekers lijkt het er op dat in tijden van crisis discriminatie en min of meer onbewuste vooroordelen de kop op steken. Naar aanleiding van het rapport meldde minister Asscher dat discriminatie vooral een rol speelt bij het werven van personeel; eenmaal binnen lijken er geen beloningsverschillen te zijn allochtone en autochtone werknemers. De minister liet weten zich vooral te willen richten op deze “discriminatie aan de voordeur”, maar welke maatregelen hij precies gaat nemen, weet hij nog niet. Hij wacht advies van de Sociaal Economische Raad af.

Dat is toch gek. De minister weet nog niet welke maatregelen hij gaat nemen en wacht het advies van de SER af. Dat rapport van het SCP meldt natuurlijk niets nieuws, maar geeft actuele cijfers bij een al veel langer bestaande fenomeen. Op de arbeidsmarkt wordt gediscrimineerd, maar dat merk je vooral in tijden van crisis. Als er meer vacatures zijn dan werkzoekenden, nemen ondernemers iedereen aan die voldoet, of daarbij in de buurt komt. Zijn er minder vacatures dan werkzoekenden, gebeurt het tegenovergestelde. Dan kiezen ondernemers mensen die op hen lijken, wat onbewuste discriminatie is, of ze kiezen heel bewust alleen blanke mensen, wat natuurlijk regelrechte discriminatie is.

Het antwoord van de minister had natuurlijk moeten zijn dat hij geen maatregelen ging nemen. Omdat alle maatregelen al genomen zijn. En dat hij trouwens ook geen advies van de SER nodig heeft, omdat er op zijn ministerie al een lang een clubje knappe koppen en ervaringsdeskundigen met elkaar aan het brainstormen is over nieuwe manieren om het probleem te lijf te gaan.

Die Asscher deugt wel, als het gaat om het bestrijden van discriminatie. Maar waarom hij dan zo suf reageert op zo'n rapport, daar kom ik dan niet uit, als ik bij het ontbijt de krant van gisteren lees...