17 december, 2010

Verkoop van gemeentelijk vastgoed is een uitstekend instrument om buurten te verbeteren.

Vandaag ondertekende Stadsdeel Oost de borgingsovereenkomst met de corporaties. De wat? De borgingsovereenkomst. Het is de verzameling afspraken tussen Stadsdeel Oost en de corporaties Alliantie, Eigen Haard en Ymere over hoe samen om te gaan met het maatschappelijk vastgoed dat het stadsdeel aan de corporaties heeft verkocht. Ik ben daar wel trots op. Als wethouder van Zeeburg heb ik er hard aan gewerkt om die verkoop tot stand te brengen. Afgelopen zomer schreef ik er voor het blad Rooilijn deze column over.

De meningen over wat het verbeteren van buurten nou precies tot resultaat moet hebben, lopen nogal uiteen. Over wat er voor nodig is, bestaat juist nogal wat overeenstemming. Geld om te investeren is een belangrijk ingrediƫnt. Betrokkenheid van krachtige partners naast de gemeente, is ook nodig. Om activiteiten van bewoners en ondernemers mogelijk te maken is fysieke ruimte onontbeerlijk. Tot slot zijn betrokken bewoners zowel een voorwaarde voor, als het resultaat van het verbeteren van een buurt. Het verkopen van gemeentelijk vastgoed kan er aan bijdragen al die voorwaarden te realiseren. Dan gaat het niet alleen om woningen en winkels, maar ook om buurthuizen en broedplaatsen.

Verkoop van gemeentelijk vastgoed levert geld op. Tegenover het wegvallen van huurinkomsten staat niet alleen een incidentele verkoopopbrengst, maar ook het wegvallen van structurele kosten van beheer en periodieke onderhoudsinvesteringen.
Zelfs als verkoop op termijn zou leiden tot een negatief resultaat, zou je als gemeente kunnen overwegen om toch tot verkoop over te gaan. De incidentele opbrengsten kunnen nou net dat duwtje geven aan de verbetering van de buurt, dat nodig is om de gewenste verandering tot stand te brengen.

Geld alleen is onvoldoende als resultaat van de verkoop. Doel moet zijn de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de beschikbaarheid van voldoende, kwalitatief goed en betaalbaar maatschappelijk vastgoed met de nieuwe eigenaren te delen. Aan wie dan het vastgoed te verkopen? Eigenlijk komen alleen partijen in aanmerking die een aanzienlijk en langdurig belang in de buurt hebben. Dat zullen in ieder geval corporaties zijn, maar wellicht dat er hier en daar ook maatschappelijk betrokken institutionele beleggers in aanmerking komen.

Verantwoordelijkheid deel je niet alleen door de juiste partner te kiezen. Met die partner moeten solide afspraken worden gemaakt. Want een ondoordachte verkoop kan er toe leiden dat buurthuizen en broedplaatsen verloren gaan, omdat het huurcontract niet wordt verlengd of de huren onbetaalbaar worden voor de gemeente. Simpelweg vastleggen dat dat allemaal niet mag, is te weinig.en zet het ontwikkelen van het maatschappelijk vastgoed op slot. Gebruik moet worden gemaakt van de betrokkenheid en expertise van corporaties. Zij beschikken over grote vastgoedportefeuilles in de buurt en deskundigheid op het gebied van projectontwikkeling. Daarmee kunnen zij inspelen op nieuwe behoeften aan ruimte voor activiteiten van bewoners, boedplaatsen, maar ook voor ondernemers.
Goede afspraken nemen de bestaande situatie (lokaties, huren) als uitgangspunt en geven de gemeente een veto op verandering. Dat geeft de zekerheid dat buurtvoorzieningen beschikbaar en betaalbaar blijven. Andersom onderzoeken partijen periodiek welke behoeften in de buurt zich voordoen en hoe daaraan tegemoet moet worden gekomen. Zo is het denkbaar dat een corporatie een buurthuis verandert in appartementen, maar dan wel zorgt voor een goed en betaalbaar alternatief. Doen partijen dat goed, dan zijn zowel appartementen als het nieuwe buurthuis een aanwinst. Voor de goede orde: dit soort borgingsafspraken hebben natuurlijk een waardeverminderend effect wat tot uiting zal komen in de verkoopprijs.

Kortom, verkoop van gemeentelijke vastgoed kan bijdragen aan het verbeteren van een buurt. Maar alleen wanneer het meer is dan een platte vastgoeddeal.