22 juni, 2012

1–0 Voor Dibi!


Laat ik er geen doekjes om winden. Ik mag die Dibi wel. Na een hoop gedoe een lijsttrekkersverkiezing afdwingen en dan je speech beginnen met de mededeling dat je er trots op bent dat je ongeschikt bent bevonden. Kijk, dan ben je niet bang. Dan ga je er vol in en ben je bereid risico’s te nemen. Het zijn te waarderen eigenschappen die in de politiek zeldzaam zijn. Sap heeft ze overigens ook, want anders sluit je zo’n Kunduz-akkoord natuurlijk niet, maar dat terzijde.
Je zou kunnen zeggen dat de ambitie van Dibi om lijsttrekker te willen worden, getuigt van hoogmoed. Misschien is dat ook wel waar. Maar zijn poging heeft de boel eens lekker opgeschud en dingen die vanzelfsprekend leken eens een flinke schop gegeven. Het heeft GroenLinks een podium te geven om te vertellen wat we vinden en te laten zien wie we zijn. Dat pakte misschien niet altijd goed uit, maar het voegt veel toe aan de pirouettes die we in het donker draaien.
En nu wil Dibi op 10. De kandidatencommissie is deze keer zo aardig om het spel mee te spelen. Want een spel is het, maar een mooi spel. Het is jezelf op scherp zetten. Een positie kiezen die niet voor de hand ligt, en van daaruit een gooi doen naar een ondenkbaar resultaat: ik wil op 10, want die 10 zetels moeten we halen!
Voor mij is de essentie van GroenLinkse politiek: streef onbekommerd naar het onhaalbare en realiseer onderweg wat al wel haalbaar is. Sap richt zich stevig op het laatste, Dibi vooral op het eerste. Daarom moeten ze samen in de kamer. Er zit niks anders op: we moeten gewoon minstens 10 zetels halen!