03 juli, 2014

Over initiatieven die een zoete herinnering achterlaten

“99% van de liedjes gaat over de liefde. Liefde onderscheidt zich in liefde die voorbij is en liefde die nog niet voorbij is. Liefde die nog niet voorbij is, onderscheidt zich in liefde waarvan je hoopt dat het snel voorbij zal gaan en liefde waarvan je hoopt dat het nooit voorbij zal gaan. En liefde die voorbij is, onderscheidt zich in liefde waarvan je blij bent dat het voorbij is en liefde die een zoete herinnering achterlaat. Over zo'n liefde gaat het liedje, uit Parijs; Annemarie.”

De aankondiging is van de onvolprezen Wim Sonneveld. En het liedje is echt prachtig. Ik moest aan die aankondiging denken bij de presentatie van het sociaal charter, afgelopen maandag in Pakhuis De Zwijger. Ooit diende ik met Maarten Poorter, Jan Paternotte en Rik Winsemius in de gemeenteraad een motie in, waarin het college opdracht kreeg de Buurtwet voor Amsterdam uit te werken. De motie werd aangenomen, en niet alleen op het stadhuis gingen mensen er mee aan de slag. Actieve Amsterdammers boden het gemeentebestuur aan zelf een voorstel uit te werken. Maandag boden ze dat aan, aan vijf leden van het Dagelijks Bestuur van een Bestuurscommissie, en vijf leden van de gemeenteraad.

Naar ik begrijp heeft zich in het denkproces van die Actieve Amsterdammers een groep gemanifesteerd, die zo zijn bedenkingen heeft bij de invoering van buurtrechten – want dat schijnt een betere aanduiding te zijn dan Buurtwet, leerde ik van het LSA. Zij vrezen dat het vastleggen van buurtrechten alleen maar door ambtenaren en bestuurders zal worden gebruikt om initiatieven te toetsen en af te wijzen. Ik snap daar niets van. Onze samenleving kent ontzettend veel rechten. Vele daarvan zijn ook afdwingbaar bij de rechter. Natuurlijk komen bij de rechter alleen die gevallen, waarin een initiatiefnemer vindt dat hem ten onrechte iets wordt geweigerd waar hij recht op heeft. En soms heeft hij daar gelijk in, soms ook niet.

Daarom moest ik aan Wim Sonneveld denken. Er zijn goede en slechte burgerinitiatieven. En er zijn goede en slechte bestuurders (en ambtenaren). Als een goed initiatief een goede bestuurder tegen komt, dan komt het ook goed. Dat wil niet eens zeggen dat het initiatief ook tot stand komt, maar als het mislukt, hebben de initiatiefnemers de overtuiging dat het niet aan de bestuurder heeft gelegen. Daar heb je geen rechten voor nodig.
Als een slecht initiatief een goede bestuurder tegen komt, dan wordt het waarschijnlijk afgewezen. Dat hoort te gebeuren met slechte initiatieven, en zeker als het aanbod van het bestuur om te helpen is afgewezen of niet heeft geholpen. Daar helpen geen buurtrechten aan; toetsing door bijvoorbeeld een rechter zal tot het zelfde resultaat leiden. Als een slecht initiatief een slechte bestuurder tegen komt, dan kan er van alles gebeuren. Fout op fout wordt gestapeld, maar omdat het onvermogen aan beide kanten zit, zou het initiatief zomaar toch tot stand kunnen komen. Of iemand daar dan echt beter van wordt, is maar de vraag, maar daar gaat het hier niet om.
Buurtrechten zijn er voor de gevallen dat een goed initiatief een slechte bestuurder tegenkomt. Eentje die vindt dat burgers al genoeg rechten hebben als ze een keer in de vier jaar mogen komen stemmen. Of die vindt dat het onverantwoord is om ook maar iets van de macht af te staan aan burgers, omdat het maar vrijwilligers zijn, de continuïteit dan in gevaar komt of nog een paar van die standaardargumenten. Of nog erger, die niet in staat zijn het te organiseren in en met hun ambtelijk apparaat.
Dat soort bestuurders zou buurtrechten kunnen misbruiken om initiatieven af te wijzen. Maar zonder buurtrechten zouden ze daar wel een andere smoes voor gebruiken. Het is juist andersom, buurtrechten moeten goede initiatieven helpen voorbij de slechte bestuurder te komen. Ze bieden de mogelijkheid om er een derde naar te laten kijken. Een rechter misschien wel, die ook kan beslissen wat er moet gebeuren. Misschien moet het ook wel de gemeenteraad of de bestuurscommissie zijn, die in de volle openbaarheid de argumenten en motieven van de bestuurder moet toetsen. Hoe precies, weet ik ook nog niet, maar dat is de functie en betekenis van buurtrechten: burgers een uitweg bieden uit het moeras waarin het openbaar bestuur soms kan ontaarden.