Duidelijkheid voor de Dieren
Het was de afgelopen weken een hoop gedoe in de Amsterdamse Partij van de Arbeid, over het mogelijke verbod op onverdoofd slachten. Onverdoofd slachten is voorwaarde om vlees koosjer of halal te laten zijn, afhankelijk van de godsdienst die je aanhangt. Onverdoofd slachten laat – zeker wanneer het niet goed wordt gedaan – een dier lijden.
Het PvdA-raadslid Myriam Bergervoet voerde een eenzame en verbeten strijd tegen de rest van haar fractie, zo viel in de krant te lezen. De Amsterdamse PvdA-fractie zette grote vraagtekens bij de steun die de Tweede Kamer fractie van de PvdA had uitgesproken voor het wetsvoorstel van de Partij voor de Dieren om onverdoofd slachten te verbieden. Myriam Bergervoet op haar beurt verweet haar fractie hypocrisie en stelde dat de PvdA zou pleiten voor 365 dagen per jaar dierendag als dieren zouden kunnen stemmen. Kortom, het debat was fel.
Wat leverde het nou op? In de raad haalde geen enkele motie een meerderheid, maar er kwam wel duidelijkheid over waar partijen staan. De PvdA in Amsterdam vindt dat de discussie goed gevoerd moet worden en pleitte er in een motie voor “voorafgaand aan de besluitvorming over het wetsvoorstel voor het verbieden van onverdoofd slachten uitgebreid te zoeken naar oplossingen die voldoen aan het uitgangspunt dat gelovigen niet worden belemmerd in hun geloof en dieren tegelijk beter worden beschermd tegen nodeloos lijden.”
Da’s mooi. Maar het is iets anders dan uit te spreken “tegen een wetsvoorstel voor het verbieden van onverdoofd ritueel slachten te zijn, zolang er na uitgebreid onderzoek en overleg door de tweede Kamer met de betreffende gemeenschappen niet is gekomen tot een oplossing waarmee gelovigen niet worden belemmerd in hun geloof, en dieren tegelijk beter worden beschermd tegen nodeloos lijden.” Zo stond het in een motie van het CDA en daar stemde de PvdA tegen.
Dat zijn toch ongeveer dezelfde teksten? Dat zijn het niet. De motie van de PvdA gaat over het proces, over hoe we de discussie over onverdoofd slachten moeten voeren. En met de tekst “het wetsvoorstel” is duidelijk dat het alleen maar kan gaan om het wetsvoorstel van de Partij voor de Dieren. In zijn eigen motie zegt de PvdA dus niet of zij een verbod op ritueel slachten wil tegenhouden of juist invoeren. Daarvoor moet je bij de motie van het CDA zijn. Stem je daarvoor, dan ben je tegen een verbod op ritueel slachten. Stem je tegen de motie van het CDA, dan ben je voor een verbod en in ieder geval bereid het te aanvaarden.
Dus voor de duidelijkheid: de PvdA is voor een verbod op onverdoofd ritueel slachten en in ieder geval bereid het te aanvaarden.
Ook voor de duidelijkheid: GroenLinks stemde verdeeld. Zoals woordvoerder Evelien van Roemburg het uitdrukte: alle GroenLinks-raadsleden zijn tegen onverdoofd slachten, maar ze zijn niet allemaal voor een verbod daarop. Vier leden lieten in hun stemgedrag het welzijn van dieren het zwaarst wegen, drie leden vonden uiteindelijk dat onverdoofd slachten als religieus ritueel niet onmogelijk dient te worden gemaakt. Ik hoorde bij de laatste groep.
En voor nog meer duidelijkheid: omdat het raar is een discussie te voeren over het welzijn van dieren in de laatste minuten van hun leven en niet over de kwaliteit van het leven dat daaraan vooraf gaat, dienden GroenLinks en Partij voor de Dieren een motie in tegen de bio-industrie. Die kon dan weer niet op de steun van de PvdA rekenen.
Het PvdA-raadslid Myriam Bergervoet voerde een eenzame en verbeten strijd tegen de rest van haar fractie, zo viel in de krant te lezen. De Amsterdamse PvdA-fractie zette grote vraagtekens bij de steun die de Tweede Kamer fractie van de PvdA had uitgesproken voor het wetsvoorstel van de Partij voor de Dieren om onverdoofd slachten te verbieden. Myriam Bergervoet op haar beurt verweet haar fractie hypocrisie en stelde dat de PvdA zou pleiten voor 365 dagen per jaar dierendag als dieren zouden kunnen stemmen. Kortom, het debat was fel.
Wat leverde het nou op? In de raad haalde geen enkele motie een meerderheid, maar er kwam wel duidelijkheid over waar partijen staan. De PvdA in Amsterdam vindt dat de discussie goed gevoerd moet worden en pleitte er in een motie voor “voorafgaand aan de besluitvorming over het wetsvoorstel voor het verbieden van onverdoofd slachten uitgebreid te zoeken naar oplossingen die voldoen aan het uitgangspunt dat gelovigen niet worden belemmerd in hun geloof en dieren tegelijk beter worden beschermd tegen nodeloos lijden.”
Da’s mooi. Maar het is iets anders dan uit te spreken “tegen een wetsvoorstel voor het verbieden van onverdoofd ritueel slachten te zijn, zolang er na uitgebreid onderzoek en overleg door de tweede Kamer met de betreffende gemeenschappen niet is gekomen tot een oplossing waarmee gelovigen niet worden belemmerd in hun geloof, en dieren tegelijk beter worden beschermd tegen nodeloos lijden.” Zo stond het in een motie van het CDA en daar stemde de PvdA tegen.
Dat zijn toch ongeveer dezelfde teksten? Dat zijn het niet. De motie van de PvdA gaat over het proces, over hoe we de discussie over onverdoofd slachten moeten voeren. En met de tekst “het wetsvoorstel” is duidelijk dat het alleen maar kan gaan om het wetsvoorstel van de Partij voor de Dieren. In zijn eigen motie zegt de PvdA dus niet of zij een verbod op ritueel slachten wil tegenhouden of juist invoeren. Daarvoor moet je bij de motie van het CDA zijn. Stem je daarvoor, dan ben je tegen een verbod op ritueel slachten. Stem je tegen de motie van het CDA, dan ben je voor een verbod en in ieder geval bereid het te aanvaarden.
Dus voor de duidelijkheid: de PvdA is voor een verbod op onverdoofd ritueel slachten en in ieder geval bereid het te aanvaarden.
Ook voor de duidelijkheid: GroenLinks stemde verdeeld. Zoals woordvoerder Evelien van Roemburg het uitdrukte: alle GroenLinks-raadsleden zijn tegen onverdoofd slachten, maar ze zijn niet allemaal voor een verbod daarop. Vier leden lieten in hun stemgedrag het welzijn van dieren het zwaarst wegen, drie leden vonden uiteindelijk dat onverdoofd slachten als religieus ritueel niet onmogelijk dient te worden gemaakt. Ik hoorde bij de laatste groep.
En voor nog meer duidelijkheid: omdat het raar is een discussie te voeren over het welzijn van dieren in de laatste minuten van hun leven en niet over de kwaliteit van het leven dat daaraan vooraf gaat, dienden GroenLinks en Partij voor de Dieren een motie in tegen de bio-industrie. Die kon dan weer niet op de steun van de PvdA rekenen.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home