12 maart, 2014

Van alle tijden

Het Sociaal Cultureel Planbureau bracht gisteren een rapport uit, waarin staat dat de crisis allochtone jongeren veel zwaarder treft dan autochtone jongeren. Volgens de onderzoekers lijkt het er op dat in tijden van crisis discriminatie en min of meer onbewuste vooroordelen de kop op steken. Naar aanleiding van het rapport meldde minister Asscher dat discriminatie vooral een rol speelt bij het werven van personeel; eenmaal binnen lijken er geen beloningsverschillen te zijn allochtone en autochtone werknemers. De minister liet weten zich vooral te willen richten op deze “discriminatie aan de voordeur”, maar welke maatregelen hij precies gaat nemen, weet hij nog niet. Hij wacht advies van de Sociaal Economische Raad af.

Dat is toch gek. De minister weet nog niet welke maatregelen hij gaat nemen en wacht het advies van de SER af. Dat rapport van het SCP meldt natuurlijk niets nieuws, maar geeft actuele cijfers bij een al veel langer bestaande fenomeen. Op de arbeidsmarkt wordt gediscrimineerd, maar dat merk je vooral in tijden van crisis. Als er meer vacatures zijn dan werkzoekenden, nemen ondernemers iedereen aan die voldoet, of daarbij in de buurt komt. Zijn er minder vacatures dan werkzoekenden, gebeurt het tegenovergestelde. Dan kiezen ondernemers mensen die op hen lijken, wat onbewuste discriminatie is, of ze kiezen heel bewust alleen blanke mensen, wat natuurlijk regelrechte discriminatie is.

Het antwoord van de minister had natuurlijk moeten zijn dat hij geen maatregelen ging nemen. Omdat alle maatregelen al genomen zijn. En dat hij trouwens ook geen advies van de SER nodig heeft, omdat er op zijn ministerie al een lang een clubje knappe koppen en ervaringsdeskundigen met elkaar aan het brainstormen is over nieuwe manieren om het probleem te lijf te gaan.

Die Asscher deugt wel, als het gaat om het bestrijden van discriminatie. Maar waarom hij dan zo suf reageert op zo'n rapport, daar kom ik dan niet uit, als ik bij het ontbijt de krant van gisteren lees...