21 maart, 2009

Ruimte voor ZIN

Het heeft hoofdbrekens gekost en hobbels moesten worden genomen, maar gisteren is dan toch eindelijk de ruimte voor Zeeburg Inclusief geopend aan het Timorplein. Zeeburg Inclusief is een organisatie die zich inzet voor ouderen en mensen met een beperking. De Alliantie stelde de ruimte ter beschikking en het stadsdeel zorgde voor de inrichting. De ruimte is noodzakelijk omdat Produktiehuis De Meevaart slecht toegankelijk is voor mensen met een beperking. Wanneer De Meevaart verbouwd is, zal dat allemaal over zijn, maar dat duurt nog wel even. En tot die tijd kan deze ruimte nuttige diensten bewijzen.

In haar toespraak bij de opening refereerde ZIN-voorzitter Marianne Spierings aan een columnpje van mijn hand, waarin ik schreef dat ik mensen met een beperking nog wel eens zuur vond. Ter plaatse heb ik uiteengezet dat dat waar is en dat ik daar begrip voor heb. Ik zou er zelf waarschijnlijk wel zuur van worden als ik altijd maar weer moest uitleggen waarom paaltjes in de weg staan, hellingbanen nodig zijn om gebouwen binnen te komen en blindegeleidelijnen misschien lelijk, maar vooral erg nodig zijn. Alsof je niets beterts te doen hebt. Voor de volledigheid hieronder de bewuste column, die eerder verscheen in De Brug.

Beperking

Mensen die hun leven in een rolstoel doorbrengen zijn soms buitengewoon kritisch over straten en pleinen. Overal stoepjes, trappetjes, paaltjes en losliggende tegels. Ik vond het altijd nogal overdreven, totdat ik – alweer jaren geleden – achter de kinderwagen door de straten ging. Inderdaad, soms kwam je er gewoon echt niet door. En als het wel lukte, had je er vaak echt je best voor moeten doen.

Nog steeds vind ik sommige mensen met een beperking wel eens zuur. Maar dan dwing ik mezelf terug te denken aan de jaren dat ik achter de kinderwagen liep en dan begrijp ik het weer. Dan bedenk ik dat ik inmiddels niet meer achter de kinderwagen loop en zij nog steeds in die rolstoel zitten. En niet zien dat het echt beter wordt.
Natuurlijk, als er een straat opnieuw wordt ingericht of een buurthuis wordt verbouwd, wordt het er meestal niet slechter op. Maar op de een of andere manier is het nooit in een keer goed. De winkelstraat is pico bello, maar de winkels kun je niet in. Het buurthuis is helemaal volgens het Handboek Toegankelijkheid ingericht, maar die ene cruciale draai in het toilet kun je nog steeds niet maken.
Hoe gek het ook klinkt, er zijn te weinig mensen met een beperking. Waren er meer, dan was het wel normaal en hield iedereen er wel rekening mee. Maar het blijft lastig, zo’n beperking, dus voor meer beperkingen zou ik niet willen pleiten. Wel voor actief begrip. Van beleidsmakers en uitvoerders, op alle fronten. En dan niet roepen dat je begaan bent. Nee, iedere keer wanneer je iets doet, je afvragen hoe het uitpakt voor mensen met een beperking. Maar dat actieve begrip, dat moet natuurlijk ook van u en mij komen.

18 maart, 2009

IJburgers blijven

Maandagavond bewonersavond in het IJburgcollege. Gisteravond opnames van alweer de vijfde aflevering van de Eerste IJburg Talkshow. Het maakt een hoop duidelijk. Het Parool mag dan allemaal nare dingen over IJburg vertellen, bewoners kijken er anders tegenaan. Het is lekker wonen op IJburg, er is meer te doen dan je denkt en de buren zijn meestal erg aardige mensen. In sommige blokken gebeuren nare dingen en ze verwachten dat het stadsdeel en de corporaties daar actie ondernemen. Gelijk hebben ze! Daarnaast maken ze zich zorgen over de wachtlijsten voor de naschoolse opvang en vinden ze de ochtendfile op de IJburglaan vervelend. Maar verreweg de meeste IJburgers lijken het prima naar hun zin te hebben. Zij zijn van plan om te blijven op IJburg.

08 maart, 2009

Internationale Vrouwendag

Vandaag ben ik mijn tante G. gaan feliciteren met haar verjaardag. Die valt al jaren op Internationale Vrouwendag en ook nu was het weer raak.

02 maart, 2009

Ich bin ein Amsterdammer

Er wordt de laatste tijd in mijn omgeving erg veel gesproken over de vraag wie er nu eigenlijk Amsterdammer is. Aangezien ik geboren noch getogen ben in de stad, vraag ik me altijd even af wat de discussie voor mij betekent. Zoals zovelen ben ik in Amsterdam komen wonen toen ik ging studeren. Misschien ben ik wel gaan studeren om in Amsterdam te kunnen gaan wonen, maar daar gaat het nu niet om. Inmiddels woon ik er verreweg het grootste deel van mijn leven. Maar ja, ik ben er niet geboren...

Volgens sommigen betekent het feit dat mijn wiegje buiten de stad stond, dat ik geen Amsterdammer ben. Of in ieder geval geen “echte”. Ik vind dat maar raar. Ik woon in Amsterdam en ik ben niet van plan om de stad te verlaten. Dat zou toch voldoende moeten zijn. Amsterdam is de optelsom van iedereen die er woont. Iedere Amsterdammer draagt een heel klein beetje bij aan het karakter van de stad en aan de richting waarin dat karakter zich ontwikkelt. Al eeuwen is het zo dat het wiegje van veel Amsterdammers heel ergens anders stond dan in Amsterdam. Sterker nog, als mensen van buiten nooit de kans hadden gekregen om Amsterdammer te worden, dan zou de stad nu misschien net zo groot en beroemd zijn als Hoogkarspel.

Kortom, kenmerkend voor de identiteit van Amsterdam is dat er zoveel mensen naar toe komen om er een bestaan op te bouwen. Dat werkt alleen maar wanneer je Amsterdammer kunt worden.

Deze blog verscheen als column in de laatste editie van De Brug.