22 december, 2010

Geen huiselfen, maar helden

Lees net in het Parool dat dertig werkloze Amsterdammers vandaag sneeuw hebben geruimd bij bejaardentehuizen. Het Parool schrijft ingezet, maar uit het artikel blijkt dat de werkloze Amsterdammers – net als vorig jaar trouwens – zijn gevraagd om mee te doen. “Gevraagd”, en dat is volgens mij echt anders dan “ingezet”. Gevraagd is vrijwillig en ingezet betekent “na daartoe een opdracht te hebben ontvangen”. Het leger wordt tenslotte ook nooit gevraagd, maar ingezet.

Misschien bedoelde VVD-duoraadslid Maurice Piek ook wel dat we het de werkloze Amsterdammers zouden kunnen vragen. Als dat echt zo is, zie ik de discussie over hoe we “iets terug doen voor je uitkering” gaan organiseren met veel plezier tegemoet. Mocht hij toch bedoeld hebben dat de gemeente opdrachten moet gaan geven, dan kunnen we nu al constateren dat dat om te beginnen niet echt nodig lijkt. Er staan nog driehonderd jongeren klaar om te gaan sneeuwruimen. Vrijwillig.

Huiselfen

Maurice Piek, duo-raadslid voor de VVD stelt voor mensen met een uitkering sneeuw te laten ruimen. Daar ligt erg veel van op straat, Amsterdammers vegen hun stoep niet en die mensen met een uitkering hebben niets te doen en ze moeten iets terug doen voor hun uitkering. Zoiets.

Het is wat. Ik vind ook dat de verzorgingsstaat niet alleen bestaat uit rechten, maar dat een uitkering ook verplichtingen met zich mee brengt. Om als de sodemieter uit die uitkering te raken, bijvoorbeeld. En als dat niet 1, 2, 3 lukt, om te kijken hoe je je nuttig kunt maken. Of om aan jezelf te werken, zodat het uiteindelijk wel gaat lukken om die baan te vinden.

Maar om nou bij te veel sneeuw en te weinig zout en Amsterdamse burgerzin de uitkeringstrekker aan het sneeuwruimen te zetten? Het zijn toch geen huiselfen?

17 december, 2010

Verkoop van gemeentelijk vastgoed is een uitstekend instrument om buurten te verbeteren.

Vandaag ondertekende Stadsdeel Oost de borgingsovereenkomst met de corporaties. De wat? De borgingsovereenkomst. Het is de verzameling afspraken tussen Stadsdeel Oost en de corporaties Alliantie, Eigen Haard en Ymere over hoe samen om te gaan met het maatschappelijk vastgoed dat het stadsdeel aan de corporaties heeft verkocht. Ik ben daar wel trots op. Als wethouder van Zeeburg heb ik er hard aan gewerkt om die verkoop tot stand te brengen. Afgelopen zomer schreef ik er voor het blad Rooilijn deze column over.

De meningen over wat het verbeteren van buurten nou precies tot resultaat moet hebben, lopen nogal uiteen. Over wat er voor nodig is, bestaat juist nogal wat overeenstemming. Geld om te investeren is een belangrijk ingrediënt. Betrokkenheid van krachtige partners naast de gemeente, is ook nodig. Om activiteiten van bewoners en ondernemers mogelijk te maken is fysieke ruimte onontbeerlijk. Tot slot zijn betrokken bewoners zowel een voorwaarde voor, als het resultaat van het verbeteren van een buurt. Het verkopen van gemeentelijk vastgoed kan er aan bijdragen al die voorwaarden te realiseren. Dan gaat het niet alleen om woningen en winkels, maar ook om buurthuizen en broedplaatsen.

Verkoop van gemeentelijk vastgoed levert geld op. Tegenover het wegvallen van huurinkomsten staat niet alleen een incidentele verkoopopbrengst, maar ook het wegvallen van structurele kosten van beheer en periodieke onderhoudsinvesteringen.
Zelfs als verkoop op termijn zou leiden tot een negatief resultaat, zou je als gemeente kunnen overwegen om toch tot verkoop over te gaan. De incidentele opbrengsten kunnen nou net dat duwtje geven aan de verbetering van de buurt, dat nodig is om de gewenste verandering tot stand te brengen.

Geld alleen is onvoldoende als resultaat van de verkoop. Doel moet zijn de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de beschikbaarheid van voldoende, kwalitatief goed en betaalbaar maatschappelijk vastgoed met de nieuwe eigenaren te delen. Aan wie dan het vastgoed te verkopen? Eigenlijk komen alleen partijen in aanmerking die een aanzienlijk en langdurig belang in de buurt hebben. Dat zullen in ieder geval corporaties zijn, maar wellicht dat er hier en daar ook maatschappelijk betrokken institutionele beleggers in aanmerking komen.

Verantwoordelijkheid deel je niet alleen door de juiste partner te kiezen. Met die partner moeten solide afspraken worden gemaakt. Want een ondoordachte verkoop kan er toe leiden dat buurthuizen en broedplaatsen verloren gaan, omdat het huurcontract niet wordt verlengd of de huren onbetaalbaar worden voor de gemeente. Simpelweg vastleggen dat dat allemaal niet mag, is te weinig.en zet het ontwikkelen van het maatschappelijk vastgoed op slot. Gebruik moet worden gemaakt van de betrokkenheid en expertise van corporaties. Zij beschikken over grote vastgoedportefeuilles in de buurt en deskundigheid op het gebied van projectontwikkeling. Daarmee kunnen zij inspelen op nieuwe behoeften aan ruimte voor activiteiten van bewoners, boedplaatsen, maar ook voor ondernemers.
Goede afspraken nemen de bestaande situatie (lokaties, huren) als uitgangspunt en geven de gemeente een veto op verandering. Dat geeft de zekerheid dat buurtvoorzieningen beschikbaar en betaalbaar blijven. Andersom onderzoeken partijen periodiek welke behoeften in de buurt zich voordoen en hoe daaraan tegemoet moet worden gekomen. Zo is het denkbaar dat een corporatie een buurthuis verandert in appartementen, maar dan wel zorgt voor een goed en betaalbaar alternatief. Doen partijen dat goed, dan zijn zowel appartementen als het nieuwe buurthuis een aanwinst. Voor de goede orde: dit soort borgingsafspraken hebben natuurlijk een waardeverminderend effect wat tot uiting zal komen in de verkoopprijs.

Kortom, verkoop van gemeentelijke vastgoed kan bijdragen aan het verbeteren van een buurt. Maar alleen wanneer het meer is dan een platte vastgoeddeal.

15 december, 2010

Container-amendement

Tsja. Vrucht van de onderhandelingen tussen de financieel woordvoerders van de Amsterdamse coalitie-partijen is een amendement waarin alle uitonderhandelde plannetjes van de verschillende coalitiepartijen zijn opgenomen. Op een begroting van ruim 5,5 miljard buigen de coalitie-partijen zo’n 12 miljoen om. Peanuts, maar de oppositie sprak al gelijk van een tegenbegroting. Da’s natuurlijk gezeur.

Dat de coalitie-partijen van te voren met elkaar afstemmen wat ze gaan steunen en wat niet, is eigenlijk ook helemaal niet zo gek. Zoveel geld is er niet en om dan tot een evenwichtig voorstel te komen is geen sinecure. Dat regel je allemaal niet in een openbare raadsvergadering. Dus om daar nou een punt van te maken is ook wat overdreven.

Maar waar de oppositie absoluut een punt heeft, is dat zo’n verzamelamendement het debat behoorlijk dood slaat. Onderdelen zou je als oppositiepartij best willen steunen, maar zo’n akkoord is natuurlijk wat anders. Heeft het dan zin om een debat aan te gaan over die onderdelen? Eigenlijk niet.

Dat mag van mij een volgende keer anders. Want alleen echt debat maakt duidelijk waar iedereen staat.

11 december, 2010

GroenLinkser van het jaar

Arme Parool-journalist Hugo Logtenberg. Hij probeert vandaag in het Parool uit te leggen dat het Amsterdamse GroenLinks een grijze bende is geworden. Hij had zijn stukje natuurlijk al ingeleverd toen Andrée van Es werd gekozen tot wethouder van het jaar.

03 december, 2010

Restoranje Revisited

Deze week stelde ik mijn eerste schriftelijk vragen. Over re-integratie-activiteiten. Er ging natuurlijk een persberichtje naar buiten. En ik zond de vragen toe aan de mensen van Restoranje, die mij inspireerden tot het stellen van die vragen. Ze reageerden dezelfde dag en ik werd er helemaal blij van. Wat is het geval?

Toen ik enige tijd geleden bij ze op bezoek was, was ik onder de indruk van de inzet en betrokkenheid waarmee ze mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt klaarstomen voor een baan in de horeca. Ik vertelde ze dat ik het verstandig zou vinden dat ze hun pijlen niet alleen op de gemeente zouden richten, want daar is veel minder geld beschikbaar dan in voorgaande jaren. Kijk ook eens bij de verzamelde horeca-ondernemers in Amsterdam, stelde ik ze voor. Die hebben alle belang bij de beschikbaarheid van goed personeel, en jullie kunnen daarbij helpen.

In hun reactie meldden de mensen van Restoranje dat ze inmiddels een denktankje hebben gevormd om na te denken over de vraag hoe ze het Amsterdamse horeca-bedrijfsleven bij hun activiteiten kunnen betrekken. En daar zitten niet de minste mensen in.

Daar gaat het om. Natuurlijk is het jammer als overheidsmiddelen wegvallen. En je moet ook zeker proberen om de overheid op andere gedachten te brengen. Maar voor het geval dat niet lukt, moet je niet bij de pakken gaan neerzitten. En Restoranje heeft de handschoen opgepakt. Klasse!